#1 De kunst van luisteren

Luister.
Naar volwassenen, maar voorál naar kinderen!
Geef ze de kans om wat te zeggen en laat ze weten dat je hen gehoord hebt en dat ze er toe doen.

15.15, school is net uit.
Ik zie aan haar, dat ze weer erg moe is. Eigenlijk is ze dat elke dag. Na school is er weinig energie meer over. Ik vraag me af of dat normaal is, maar eigenlijk weet ik het antwoord best; nee, natuurlijk is dat niet normaal.
De ene dag zal best meer energie kosten dan de ander, maar élke dag met je 7 jaar zó moe uit school komen, dat is niet ‘normaal’.

Eenmaal thuis gaat ze op de bank hangen en ik laat haar even lekker. Tijdens het eten vraag ik toch voorzichtig hoe het was op school en zoals bijna altijd zegt ze “Ja, was leuk”. Heb je nog wat leuks gedaan? Ja, ze moesten werkjes van taal doen, maar ze kon zich niet goed concentreren begrijp ik uit het ietwat onsamenhangend verhaal. Maar ze heeft er blijkbaar zelf al over nagedacht, want ze vraagt of ik juf wil vragen of ze misschien een koptelefoon mag proberen.

Ik ben een moeder die haar kinderen echt met alles wil helpen, maar ik ben ook voor zelfredzaamheid. Daarom stel ik voor om samen naar juf te gaan en dat zij dan zelf vraagt om een koptelefoon. Ik zie dat ze dat spannend vindt, maar toch stemt ze toe.
Dus vol goede moed gingen we de volgende dag iets eerder naar school om juf op te zoeken. Juf liep wat door de klas en zachtjes klopten we op de deur. Op juf haar teken liepen we samen naar haar toe. Toch weer die aarzeling, dus ik leg mijn hand even op haar schouder en dan vraagt ze; “Juf, mag ik ook eens een koptelefoon proberen?”

Compleet tegen mijn verwachting in, kijkt juf niet eens op en zegt “Oh, maar het gaat zo ook prima hoor, kijk maar in je schrift op je tafel.” Beide zijn we even stil, we kijken elkaar aan en voorzichtig loopt mijn dochter naar haar tafeltje.
Maar daar gaat het helemaal niet om. Misschien heeft ze haar werk prima gedaan, maar dat is op dit moment even totaal niet meer aan de orde!
Ik merk dat ik van alles tegelijk voel; verbazing, verdriet, boosheid….

Uiteraard heb ik later zeker nog mijn verhaal gehaald bij desbetreffende juf, maar ook dat doet er natuurlijk niet meer toe. Het kwaad was al geschied. Onze dappere dame heeft namelijk aan alles gevoeld dat ze niet gehoord werd.
Sterker nog, het deed overkomen als ‘het valt wel mee, jij hebt geen koptelefoon nodig’, wat (zeker door een kind) geïnterpreteerd kan worden als ‘jij zegt iets wat niet waar is’.

Zoiets kleins met zulke grote gevolgen.
Het heeft het kleine beetje zelfvertrouwen wat ons meisje had, nóg wat kleiner gemaakt en ervoor gezorgd dat ze tot op de dag van vandaag -en we zijn inmiddels 9 jaar verder- nog steeds heel veel moeite heeft om bij een leerkracht aan te geven, laat staan te vragen wat ze nodig heeft.

Je hoeft iets niet te begrijpen of het ermee eens te zijn, maar vraag verder, ga het gesprek aan, probeer samen te komen tot een compromis.
Deze juf had bijvoorbeeld even kunnen opkijken van haar werk en tegen onze dochter kunnen zeggen; “Oh, ik zag dat jij je werk heel goed gemaakt hebt. Maar zullen we er anders samen even naar kijken en dat je me dan uitlegt waar je moeite mee hebt en waarom je een koptelefoon zou willen?”
Dan was er openheid en overleg geweest, wat een kind zelfvertrouwen geeft en ze had zich gehoord gevoeld.

In mijn werk als leercoach komen meestal de ouders bij me met de hulpvraag, maar probeer ik ook te luisteren naar wat het kind graag wil.
Ook andersom is belangrijk; er zijn genoeg kinderen die tegen mij heel stoer en zelfverzekerd roepen “wat is dit makkelijk, dit kan ik al lang”, maar bij wie ik juist heel duidelijk zie dat ze er nog wel wat moeite mee hebben.
Dan ga ik nóóit zeggen “ik zie juist dat je dit moeilijk vindt”. Ik maak er liever opmerkingen over als “dat is fijn, dat je het makkelijk vindt” en ondertussen geniet ik vooral van hun blik, want die laat vaak heel duidelijk zien, dat ze blij zijn dat ze tenminste wat kunnen meekomen met de opdrachtjes die ik ze laat doen.

De meeste vragen hoor ik juist ook tussen de regels door of buiten de sessies om, zelfs al gaat dat niet direct over het leren zelf.
Zo legde ik de spullen klaar voor de coachees met wie ik aan de slag zou, terwijl zij nog heftig in gesprek waren. De één was erg enthousiast over de middelbare, ze had er zin in. Maar de ander werd wat stiller en ik hoorde haar zachtjes zeggen dat ze er helemaal geen zin in had.

Door alleen maar de vraag te stellen “Waarom heb je geen zin in de middelbare, vind je het spannend?”, liet ik haar weten dat ik haar hóórde.
Na een voorzichtig knikje, zei ik haar; “Weet je dat bijna iedereen het spannend vindt? Dat komt vaak omdat je denkt dat je de enige bent die nieuw is, maar vergeet alsjeblieft niet dat iedereen in je klas daar voor het eerst is!” Ik geef nog één tip; “Ga de eerste dag naast een meisje zitten die ook alleen zit, dan zijn jullie samen en is het al veel minder spannend.”
Ik zag haar ogen oplichten en voelde de opluchting!

 

Luister.
Naar volwassenen, maar voorál naar kinderen!
Met je oren uiteraard, maar ook zeker met je hart.